Zelfs in tijden van crisis is beleggen in landelijk vastgoed winstgevend.

In feite ben ik dagelijks bezig met het beheer van de spullen van een ander. Voor mij is dat hoofdzakelijk landelijk vastgoedbeheer van zo’n 5.000 tot 6.000 hectare aan landerijen, bossen en landgoederen. Dit beheer is heel divers, je kunt hierbij denken aan ruilverkaveling, bosbezit dat geoogst moet worden en landerijen die onderhoud vereisen. Om dit te realiseren heb ik veel contact met de huurders en pachters. Maar ook bijvoorbeeld met een wethouder die een fietspad wil aanleggen over onze grond. Zo kan het zijn dat ik het ene moment met een timmerman in gesprek ben over een boerderijdeur, om het volgende moment met een gedeputeerde van de Provincie rond de tafel te zitten, die iets met onze grond wil. 

Het beheren van landelijk vastgoed vind ik leuk. Ik heb het wel eens over ‘mijn’ boerderij. En waar maak je het mee dat mensen kunnen genieten en recreëren in ‘jouw’ landelijke gebieden? Landelijk vastgoed spreekt ook echt tot de verbeelding en ik vind het mooi dat ik daar onderdeel van mag zijn. Beleggen in landbouwgrond is een stabiele belegging en daarmee crisisbestendig. Het is natuurlijk prachtig voor a.s.r. en voor onze klanten, dat deze beleggingen ook in moeilijkere tijden een profitabel rendement opleveren.

Via één van de rentmeesters die hier al werkte, hoorde ik wat de functie rentmeester inhield. Dit boeide mij zo dat ik dacht: ‘dat wil ik best graag doen’. Toen ik vervolgens een advertentie voor de vacature rentmeester zag, heb ik gesolliciteerd.

Daarvoor werkte ik als agrarisch adviseur bij een bank, ik had geen echte rentmeestersopleiding. Voor deze vacature zocht men echter geen traditionele rentmeester maar een commerciële rentmeester die met name goed thuis was in de landbouw en de financiële hoek. Het vak van rentmeester is mij hier geleerd, ik ben een jaar intern opgeleid en daarna kreeg ik een eigen regio.

Als rentmeester ben je eigenlijk heel solistisch bezig. Er zijn bij a.s.r. 5 rentmeesters en iedereen heeft een eigen regio en een eigen hoeveelheid bezit dat beheerd moet worden. Een groot deel van tijd ben ik dus alleen op pad. Ik heb wel veel contact met de eindverantwoordelijke directeur. Ook heb ik een intensieve samenwerking met mijn rentmeesterassistente. Dat is echt super, zij maakt bijvoorbeeld alle contracten op en beantwoordt de telefoontjes terwijl ik op pad ben.

Eens per twee weken hebben we een gezamenlijk overleg met (onder andere) alle rentmeesters om de neuzen dezelfde kant op te zetten. En als er zich bijzondere vraagstukken voordoen, kan ik altijd mijn collega’s inschakelen. Over het algemeen vind ik het een hele hechte club die met veel enthousiasme met het werk bezig is. We werken bij landelijk vastgoed keihard om goede resultaten voor onze verzekerden te behalen.

Als ik kijk naar vastgoed vermogensbeheer krijgen we echt de mogelijkheid om dingen te realiseren. Bij de aankoop van een nieuw landgoed, landerij of bos is men echt enthousiast, tot aan de Raad van Bestuur toe.

Het ´nieuwe werken´ vind ik super en is heel prettig. Je bent veel flexibeler als je plaatsonafhankelijk kunt werken. De enige zorg is dat je elkaar wel moet blijven ontmoeten om de gezamenlijke sfeer te behouden, maar dat lukt ons wel. Als het nodig is, dan zoeken we elkaar op.

Ik vind dat ik bij het leukste onderdeel van a.s.r. werk, dus dan ga je niet weg.  Maar het is wel zo: als je eenmaal rentmeester bent, dan blijf je ook wel rentmeester. Ik doe het sinds 1989, groeimogelijkheden zijn er niet of nauwelijks. Kijkend naar het werk, dan zitten we bij een groeiend en gewild onderdeel. Het is prettig om te weten dat a.s.r. graag wil groeien met a.s.r. vastgoed, dat geeft voldoening en zekerheid.