Grip op je werkgeluk

Veel mensen kijken reikhalzend uit naar hun droombaan: de perfecte functie bij een mooi bedrijf die aan al hun wensen voldoet en op alle vlakken bij ze past. Soms weten ze ook al precies wat die baan is. Maar als ze die functie eenmaal hebben, komt de realiteit om de hoek kijken. Op papier was het zo mooi, waar blijft dat werkgeluk nou? Het antwoord is simpel, want werkgeluk zit niet in een functieomschrijving. Werkgeluk zit in jezelf.

Volgens de zelfbeschikkingstheorie hebben wij mensen drie psychologische behoeften als het gaat om motivatie en geluk op het werk: autonomie, competentie en verbondenheid. Met andere woorden: we willen zelf keuzes kunnen maken over ons werk, we willen goed zijn en beter worden in wat we doen, en als het even kan willen we ook het gevoel hebben dat we ergens bij horen of iets voor een ander doen. Klinkt bekend? Veel organisaties weten dit, en geven medewerkers tools om hiermee aan de slag te gaan. Denk aan flexibel en output-gestuurd werken, doorgroei- en opleidingsmogelijkheden en zingevingsprojecten.

Waar veel gelukszoekers de fout in gaan, is de opvatting dat een baan die deze tools biedt vanzelf geluk met zich meebrengt. Of dat ze niet gelukkig kunnen zijn als ze die tools niet toegereikt krijgen. Verrassing: deze dingen kun je vaak ook heel goed zelf beïnvloeden.

Welke dingen zorgen dat jij in een productieve flow komt? Helpt het om grote, ingewikkelde taken eerst af te handelen, of heb je juist een kleine ‘win’ nodig om op gang te komen? Doe je denkwerk beter in de ochtend of aan het einde van de dag? Krijg je energie van wat beweging voor het werk of put dat je juist uit? Voor welke taken heb je mensen om je heen nodig, en waarvoor heb je liever rust? En welke manier van pauze houden helpt jou om jezelf op te laden? Beantwoord dit soort vragen voor jezelf en zoek uit aan welke knoppen (hoe klein ook) je kan draaien om in jouw beste ritme te komen. Zo sla je twee vliegen in één klap: je neemt waar mogelijk regie over hoe, waar, wanneer en met wie je je werk doet (autonomie) én je gaat daardoor vanzelf je werk beter doen (competentie).

Natuurlijk is het ook belangrijk dat je werk doet waar je zelf betekenis in vindt. De eerste stap daar naartoe is een baan vinden die aansluit bij jouw normen en waarden, in een organisatie waar je achter staat. Maar ook op dit vlak heb je vaak binnen dezelfde functie nog beweegruimte. Misschien zie je de resultaten van jouw werk niet direct, maar maak je wel collega’s blij of help je andere mensen hun werk beter te doen. Let eens op wanneer je voldoening haalt uit je werk, en waar dat dan aan ligt. En zoek dan naar manieren om dat uit te bouwen. 

Hoe veel of hoe weinig flexibiliteit je ook hebt in je werk, je hebt altijd invloed op je situatie. De kunst is om te herkennen waar je blij, productief en gemotiveerd van wordt, en om daarop actie te ondernemen. Die mindset alleen al, het stilstaan bij de positieve dingen in je werk, kan een wereld van verschil maken. Let maar op.